De dag dat de wolf terugkwam
In de zomer van 2018 gaat er plotseling een gerucht rond in ons Franse dorp:
een wolf is gesignaleerd, op nog geen twintig meter van onze woning.
Meerdere mensen hebben de wolf gezien.
Enkele dagen later is ‘de loup de Donzy-le-National’ het onderwerp van gesprek op een gezamenlijke zomermaaltijd.
Al snel duiken oude verhalen op, waaronder dat van een wolf die in 1775 verschrikkelijk heeft huisgehouden in de streek.
Volgens de overlevering richt het dier een ware slachting aan en laat het een spoor van dood en verminking achter.
Een dolle wolf trekt door de streek
Tussen 8 en 10 december 1775 trekt een loup enragé, een aan rabiës lijdende wolf, een spoor van paniek door de regio ten noorden van Cluny. In slechts 24 uur legt het dier bijna vijftig kilometer af en valt meer dan dertig mensen aan. Twaalf van hen overleven de aanval niet, ondanks medische hulp overlijden zij aan de gevolgen van hondsdolheid.
Wanneer ik het oude verhaal opzoek, stuit ik op een editie van Historama uit 1984. Daarin wordt het hele verhaal tot in detail beschreven: een jonge wolf van ongeveer achttien maanden oud, besmet met rabiës, trekt dodend door de streek en bijt tientallen mensen.
Een wolf met hondsdolheid doodt niet om zich te voeden, maar uit pure waanzin. Rabiës heeft een verwoestende uitwerking op het dier: schuim op de bek, verhoogde agressie en ongecontroleerde spierkracht. De beten van een wolf brengen het virus over; bij mensen tast rabiës het centrale zenuwstelsel aan, met verlamming en uiteindelijk de dood tot gevolg.
Dokter Blais uit Cluny rapporteert destijds aan de bisschop van Mâcon
“Het is ondenkbaar, de wolf bezocht in een tijdsbestek van vierentwintig uur meer dan vijftien tot achttien plaatsen; op deze reis heeft hij meer dan dertig mensen en een aanzienlijke hoeveelheid dieren aangevallen, gebeten of verslonden…”
De aanval op Donzy-le-Royaume
Vanuit Buffières trekt de loup enragé via Donzy-le-National – destijds Donzy-le-Royal – door de streek. Opmerkelijk genoeg wordt in Donzy geen vee aangevallen. Maar Donzy behoort wel tot de zwaarst getroffen dorpen: een dozijn mensen, onder wie enkele kinderen, wordt gebeten. Velen raken ernstig gewond, enkelen overlijden later aan hondsdolheid, ondanks het ingrijpen van dr. Blais.
Noodhospitaal in Cluny
In Cluny wordt haastig een noodhospitaal ingericht. Ondanks alle inspanningen van dr. Blais overlijden veel slachtoffers, tegen hondsdolheid bestond nog geen geneesmiddel. Volgens bronnen zou dokter Blais wel acht mensen gered hebben dankzij een kwikzalf die was aanbevolen door de lijfarts van koning Louis XVI.
De bloederige route van de wolf
Langs het pad van het beest ontvouwen zich gruwelijke taferelen. Vanuit het bos van Frénille trekt de wolf naar Martray en Lournand, steekt in de nacht de rivier La Grosne over en gaat de volgende dag verder door Toury. Vervolgens gaat de wolf weer terug de rivier over, vervolgt zijn weg naar Taizé, Confrançon, Cortevaix, Angoin, Sailly, Sigy, La Grande Bussière en Le Rousset.
Een boer als slachtoffer
In een van deze dorpen valt de wolf Jean Duvelot aan, een krachtige boer van vijfenveertig jaar. De boer vecht dapper, maar het dier scheurt zijn gezicht open. De verminking is zo verschrikkelijk dat zijn kinderen hem niet durven benaderen, ze herkennen hun vader niet en vrezen dat hij “een monster was dat hen zou verslinden.”
De wolf verscheurt een vrouw
In Confrancon heeft de wolf een vrouw helemaal uit elkaar gescheurd.
De bevolking is ontzettend bang wanneer ze de ledermaten van de vrouw vindt, de mensen waaronder de echtgenoot van de vrouw lopen verschrikt achteruit en beginnen vreselijk te schreeuwen. Er heerst een enorme paniek.
“Dit wrede dier,” schrijft Blais, “scheurde het hoofd tot aan de tanden open, opende de borst en sleepte de resten veertig passen met zich mee. Toen de echtgenoot haar verspreide ledematen vond, gilde hij van angst.”
De pastoor van Confrancon gebruikt alle mogelijke middelen om zijn parochianen terug te brengen en te kalmeren. Desondanks komen de bewoners alleen groepsgewijs en gewapend nog naar buiten.
Het tocsin luidt, de jacht begint
De dorpsklokken luiden onophoudelijk. Het tocsin waarschuwt de dorpen dat de wolf in aantocht is. Gewapende mannen trekken massaal de velden in om het beest op te jagen.
Het tocsin, het langdurig luiden van de kerkklok, werd van oudsher gebruikt om de bevolking te waarschuwen bij brand, invasie of ander onheil.
De wolf wordt gedood
De laatste aanval vindt plaats op 10 december in Marizy, waar de wolf opnieuw toeslaat en onder andere een zeug en twee honden bijt. De bewoners, inmiddels gewaarschuwd door het tocsin, zijn paraat. Uiteindelijk wordt de wolf neergeschoten, waarschijnlijk door een lokale jager of boer.
Na de dood van de wolf keert de rust niet direct terug. De angst blijft nog maandenlang voelbaar; mensen durven alleen gewapend en in groepen hun huizen te verlaten.
Er zijn aanwijzingen dat het kadaver werd onderzocht om te begrijpen wat dit uitzonderlijke gedrag had veroorzaakt. De diagnose was duidelijk: de wolf was enragé – hondsdol.
Chronologie van de aanvallen
7 december
- Tussen Buffières en Donzy-le-Royaume, 15.00 uur – 2 slachtoffers
- Donzy-le-Royaume – 1 slachtoffer
- Tussen Donzy en Le Martray, 18.00 uur – 1 slachtoffer
- Tussen Le Martray en Lournand – 2 slachtoffers
8 december
- Tussen Lournand en Taizé, 5.00 uur – 1 slachtoffer
- Taizé, 6.00 uur – 2 slachtoffers
- Tussen Taizé en Confrançon – 1 slachtoffer
- Cortevaix – 3 slachtoffers
- Angoin, 7.30 uur – 1 slachtoffer
- Sailly – 2 slachtoffers
- Sigy – 1 slachtoffer
- La Grande Bussière – 1 slachtoffer
- Le Rousset
- Marizy – 10 slachtoffers
- Omgeving Marizy – 2 slachtoffers
- Marizy, 18 uur, de wolf gedood
De schatkist betaalt mee
De schade is enorm. Koning Louis XVI laat zich persoonlijk informeren en besluit bij te dragen aan de kosten:
- 2.406 pond voor de behandeling en voeding van de zieken
- 425 pond als vergoeding voor geslacht vee
- 600 pond voor dokter Blais en zijn chirurg
- 400 pond voor zijn assistent
De helft van deze bedragen komt uit de koninklijke schatkist, blijkt uit een document van de Conseil d’État du Roi, gedateerd 25 maart 1776.
Historische context
Dit incident maakt deel uit van een reeks vergelijkbare uitbraken in de tweede helft van de achttiende eeuw waarbij hondsdolle wolven grote afstanden aflegden en meerdere dorpen troffen. Zo wordt de regio Champagne in december 1773 geteisterd door een soortgelijke aanval. Maar ook in de Saône-et-Loire brengt een wolf in dat jaar groot onheil, zoals de wolf die in 1773 in Chapaize gedood wordt.
Lees hier het verhaal van de wolf van Chapaize.
De angst blijft
In 1929 wordt in Frankrijk de laatste wolf officieel afgeschoten. Aan het einde van de 18e eeuw werden er meer dan 2000 wolven per jaar gedood, zonder dat hun aantal merkbaar afnam.
Die hardnekkige aanwezigheid verklaart wellicht de diepgewortelde angst die boeren en dorpsbewoners eeuwenlang hebben gevoeld.
En nu? De wolf is terug. Niet razend. Niet gevaarlijk. Maar zijn schaduw hangt nog altijd over het landschap.
bronnen
Historama, 1984
Archives départementales de Côte-d’Or
Archives départementales de Saône-et-Loire
https://www.archives71.fr
meest recente blogs zuidbourgogne.nl
Mont Grémoi: een wandeling over graniet, bronnen en tijd
Chapaize: een dorp tussen heuvels, bossen en eeuwenoude wegen
Van Chapaize naar Lancharre; een wandeling waarbij je zowel natuur als historie tegenkomt
Hoe een dolle wolf in 1775 dood en paniek zaait in de Bourgogne
De Rando Vigne: een leerzame wandeling door de wijngaarden
Semur-en-Brionnais: feodale wortels en romaanse pracht
De legendarische pastoor van Chapaize
Villa Perrusson: een villa als visitekaartje
Adel, geloof en verval: het verborgen leven van Lancharre
Marguerite Thibert: stille kracht achter het feminisme van de twintigste eeuw
Saint-Martin de Chapaize: een echo van de romaanse kunst