Route des Vins Macônnais

Al 2000 jaar wijnbouw in de Bourgogne

Archeologisch onderzoek laat zien dat de Bourgogne al duizenden jaren wijngaarden heeft.
De Bourgogne kent natuurlijk nog steeds veel populaire wijnen.

De Mâconnais is de meest zuidelijke wijnstreek van de Bourgogne,
een prachtig gebied dat naast indrukwekkende natuur veel historie in zich meedraagt.
Het gebied strekt zich uit van de zuidgrens van de Bourgogne tot aan Sennecy-le-Grand, ten noorden van Tournus.

De wijngaarden in de Mâconnais leveren vanwege de kalkrijke grond voor 85% druiven voor witte wijnen,
de andere 15% is voor de rode wijn, grotendeels gemaakt van de druif Pinot Noir. 

Er loopt een mooie route door de streek, aangeduid als Route des Vins Mâconnais.

Route des Vins Macônnais


De oudste sporen van wijnbouw

Archeologisch onderzoek toont aan dat in de Bourgogne al tweeduizend jaar wijngaarden bestaan. De eerste echte bewijzen dateren uit de 2e eeuw, maar vermoedelijk waren de Galliërs al eerder bezig met wijnbouw. Voor hen was wijn een dagelijkse drank, veiliger dan water, dat vaak ondrinkbaar was.

Toen de Romeinen in 51 v.Chr. Gallië veroverden, brachten zij hun eigen wijnstokken mee, ze hadden al ervaring met wijnstokken in Narbonnen, waarna ze de wijngaarden steeds meer naar het noorden meenamen. Tot verbazing van de Galliërs planten de Romeinen hun wijnranken op de zonnige hellingen. De Galliërs leerden snel dat deze locaties betere kwaliteit druiven opleverden dan in de valleien waar zij zelf verbouwden.

Ook de manier van bewaren veranderde. Rond dezelfde tijd maakten de Kelten de eerste eikenhouten vaten, veel praktischer en duurzamer dan de fragiele aardewerken kruiken. Bovendien ontdekten ze dat eikenhout de smaak van wijn verrijkte en voller maakte.

Route des Vins Macônnais

Romeinse beperkingen

In 92 n.Chr. vaardigt de Romeinse keizer Domitianus een Edict uit dat de uitbreiding van wijngaarden buiten Italië verbood en zelfs de helft van de wijnstokken in Gallië liet vernietigen. Het doel: concurrentie met Italiaanse wijnen beperken. Ondanks deze beperkingen bleef wijnbouw een belangrijke activiteit in de Bourgogne.

Beaune

De eerste schriftelijke vermeldingen van wijnranken in de omgeving van Beaune dateert uit 312. het is namelijk in dat jaar dat de inwoners van Autun een verzoekschrift indienen bij keizer Constantijn. Zij vragen hem om verlaging vna de belasting, gezien de slechte staat van hun wijnstokken.

Wijn en kloosters in de Middeleeuwen

De grote bloei van de wijnbouw in Bourgogne kwam in de Middeleeuwen. In 587 schenkt koning Guntram, de kleinzoon van Clovis, een wijngaard aan de abdij van Saint-Benignus in Dijon. Vanaf dat moment breidt de wijnbouw van kloosters zich steeds verder uit.

De Benedictijnen en later de Cisterciënzers van Cîteaux leggen grote wijngaarden aan, in 1098 krijgen de monniken hun eerste wijngaard van de hertog van Bourgogne. Zij ontdekken dat de smaak van wijn afhankelijk was van de grond en het microklimaat – het begin van het begrip terroir. De monniken zijn nauwkeurig: ze hielden administratie bij, testten bewaarmethoden en ontwikkelden kwaliteitsstandaarden.

In de daarop volgende jaren kopen de monniken steeds meer land om wijngaarden aan te leggen. Zij leggen zich toe op witte wijn en ontwikkelen zo de eerste Chablis. Kerk en kloosters worden de belangrijkste wijnproducenten van de Bourgogne.

In het zuiden van de Bourgogne, rond Cluny en Tournus, bloeide de wijnbouw eveneens. Monniken mochten zelf slechts matig drinken, maar schonken wijn aan zieken en gasten. Al snel gingen zij hun overschotten verkopen, waardoor wijn een belangrijke inkomstenbron werd.

Abt Pierre le Vénérable stelt tijdens zijn abbatiaat in de 12e eeuw een ‘custode’, beheerder over de wijngaarden aan, die deze ook moet ontwikkelen. Het gaat hier over de wijngaarde van Cluny, maar onder andere ook over die van Givry.

Boeren en edelen

Ook boeren en edelen zijn wijn gaan verbouwen. Maar de monniken hebben een aantal voordelen: ze hebben grote kelders en opslagruimten om de wijn te laten rijpen. Daarnaast houden ze een wijnadministratie bij en kunnen daarmee systematisch de kwaliteit van de wijngaarden en het proces van wijn maken verbeteren.

Hertogen en druiven

Ook de hertogen van Bourgondië hadden grote invloed op de wijnbouw, al in 630 schenkt de hertog van Bourgondië aan de abdij van Bèze een groot landgoed in Gevrey-Chambertin. Dit zou later de Clos de Bèze worden, en dat is het nog steeds. 

Hertog Philippe le Hardi (Filips de Stoute) verbiedt in een Edict in 1395 de Gamay-druif, omdat die weliswaar met zijn grote trossen hoge opbrengsten geeft, maar slechte kwaliteit. De Pinot Noir – toen nog Pineau genoemd – wordt zo de belangrijkste druif van Bourgogne.

Het verbod wordt drie keer herhaald, het laatst in 1731. Maar deze populaire druif verdween natuurlijk nooit helemaal.
In Beaujolais, net ten zuiden van de Bourgogne, mocht de Gamay echter blijven en werd zelfs de enige toegestane druif voor rode wijn.

Franse Revolutie, versnippering en Phylloxera

De Franse Revolutie maakt een einde aan het kloosterleven. Wijngaarden worden verdeeld en verkocht, en met Napoleons erfrecht raakten percelen steeds verder versnipperd. Dit verklaart waarom de Bourgogne vandaag de dag bestaat uit talloze kleine kavels.

Een grote crisis volgde in 1875: de druifluis phylloxera, een insect meegekomen uit de VS, vernietigdt bijna alle wijngaarden in de Bourgogne. Tientallen jaren wordt er geen wijn meer verbouwd. Veel wijnboeren moeten hun wijngaarden opgeven, ze gaan noodgedwongen over op veeteelt en transformeren de wijngaarden in weilanden. 

Pas door Amerikaanse, resistente onderstammen te gebruiken, kon de wijnbouw herleven. De Bourgogne heeft nog heel weinig ‘wortelechte’ wijnstokken, dus niet geënt op de uit Amerika afkomstige Phylloxera-resistente Amerikaanse stammen.

Het Bourgondische terroir en AOP

De ontdekking van de monniken, dat de bodem, ligging en menselijke zorg samen de kwaliteit van de wijn bepalen, wordt het fundament van het begrip terroir. Vandaag de dag krijgen de beste wijngaarden de benaming Grand Cru.

Daarnaast garandeert het Europese keurmerk AOP (Appellation d’Origine Protégée) dat een wijn uit een specifieke streek komt en aan strikte regels voldoet.

Tegenwoordig zijn de wijngaarden weer belangrijke bron van inkomsten en komen er opnieuw mooie wijnen uit La Bourgogne.

Route des Vins Macônnais


De wijnstreken van de Bourgogne

Bourgogne kent zes grote wijngebieden: Chablis, Côte de Nuits, Côte de Beaune, Côte Chalonnaise, Mâconnais en soms ook Beaujolais (al wordt die vaak apart gezien).

De Mâconnais: geschiedenis en heden

Ligging en landschap

De Mâconnais strekt zich uit van de zuidgrens van Bourgogne tot aan Sennecey-le-Grand, ten noorden van Tournus. Het gebied van zo’n 7.000 hectare ligt rond de stad Mâcon en staat bekend om glooiende heuvels, kalksteenformaties en charmante dorpjes. De Route des Vins Mâconnais voert bezoekers langs schilderachtige wijngaarden, wijnhuizen en eeuwenoude kloosters.

Hier lees je op zuidbourgogn.nl over de Route des Vins Mâconnais.

Witte en rode wijnen

Ongeveer 85% van de productie in de Mâconnais is witte wijn, voornamelijk van Chardonnay. Het dorp Chardonnay, waar de druif zijn naam aan dankt, ligt in deze streek. De kalkrijke bodem geeft de wijnen frisheid, elegantie en mineraliteit. Bekende namen zijn Pouilly-Fuissé, Saint-Véran en Pouilly-Loché.

De overige 15% bestaat uit rood, vooral van Pinot Noir en Gamay. Deze rode wijnen zijn doorgaans fruitig, licht en toegankelijk. Jaarlijks verlaten bijna 50 miljoen flessen wijn de Mâconnais.

Wijnbouw vandaag de dag

Wijnbouw bepaalt voor een belangrijk deel het gezicht van deze regio, de vele wijngaarden, clos (ommuurde wijngaard), wijnhuizen en de imposante huizen van wijnproducenten geven het een kenmerkend beeld.

Tegenwoordig kent de Mâconnais een dynamische wijnbouw, waar traditie en moderniteit samenkomen. Veel familiebedrijven werken nog steeds op kleine percelen, maar er is ook een sterke coöperatieve structuur.

Door klimaatverandering zijn oogsten de laatste decennia steeds vroeger, het warme weer geeft de druiven eerder in het seizoen de suiker die ze nodig hebben voor groei en gisting. Waar de druiven vroeger pas in september werden geplukt, begint de oogst tegenwoordig vaak al in augustus. De wijnbouwers moeten daarbij zorgvuldig balanceren tussen rijpheid, suikergehalte en frisheid.

De streek investeert bovendien in duurzame wijnbouw: steeds meer producenten stappen over op biologische of biodynamische methoden. Daarmee sluit de Mâconnais aan bij de wereldwijde trend naar terroirgetrouwe en milieuvriendelijke wijnen.

Een wijn met karakter

De Mâconnais is minder prestigieus dan de Côte d’Or, maar juist daardoor vaak verrassend betaalbaar. De wijnen zijn toegankelijk, maar bieden tegelijk die kenmerkende Bourgondische finesse. Daarmee bewijst de streek dat ook buiten de beroemdste Grands Crus de Bourgogne ongekend rijk en veelzijdig is.

Murgers en cadoles

murgers

Om de wijngaarden goed te kunnen bewerken, moeten heel veel stenen uit de grond worden gehaald. Met deze stenen bouwen de wijnbouwers muren om  hun wijngaard. Dit doen ze door de stenen te stapelen, zonder specie tussen de stenen, de zogenaamde murgers.

Meer lezen over murgers?

Murger
murgers langs een wijngaard
cadoles
cadole in een wijngaard


cadoles

Een cadole is een stenen hut in een wijngaard. Deze diende als schuilplaats voor de werkers in de wijngaard. In de winter geeft een cadole warmte en beschutting tegen regen, hagel en storm. In de zomer vindt de landarbeider er koelte. Verder was het de plek waar gereedschap kon worden opgeborgen of de wijngaardarbeiders op een koele plek konden eten.

Tijdens je wandelingen door de wijnlandschappen, kun je nog veel cadoles tegenkomen.
Hier lees je de hele geschiedenis van de cadoles op zuidbourgogne.nl

bronnen

https://historianet.nl
De wijnen van de Bourgogne; Artis-Historia
Cluny en 200 questions-réponses; Gérard Thélier
www.wikipedia.fr

meest recente blogs

huis in bourgogne

Huis huren?

Geïnteresseerd in een vakantiehuis in deze omgeving?