De affaire Dreyfus, een geschiedenis van onrecht en herstel

In oktober 1894 wordt kapitein Alfred Dreyfus, een 35-jarige artillerieofficier in het Franse leger en van Joodse afkomst,
gearresteerd op verdenking van het doorspelen van militaire geheimen aan het Duitse Keizerrijk.
De aantijgingen berusten op vervalste documenten;
het begin van een van de grootste gerechtelijke dwalingen uit de Franse geschiedenis.

Antisemitische motieven liggen ten grondslag aan de beschuldiging.
Deze geschiedenis zou bekend worden als de ‘affaire Dreyfus’.

Schrijver Émile Zola schrijft in 1898 in de literaire krant L’Aurore een open brief, J’Accuse.

90 jaar na zijn dood, 130 jaar na zijn veroordeling

Op maandag 2 juni 2025 heeft de Assemblée Nationale van Frankrijk unaniem ingestemd met een wetsvoorstel Dreyfus postuum te bevorderen tot ‘général de brigade’, de rang die Dreyfus in zijn militaire carrière bereikt zou hebben als dit grote onrecht niet was geschied. Het wetsvoorstel moet nog goedgekeurd worden door de Franse Senaat.

“Hiermee is recht gedaan aan groot historisch onrecht. En nu in de tijd dat de haat tegen het Joodse volk weer zo opleeft in Frankrijk, is het ook een symbolische daad in de strijd tegen het antisemitisme.”

Wie was Alfred Dreyfus?

Alfred Dreyfus wordt geboren op 9 oktober 1859 in Mulhouse, in de Elzas. Na de annexatie in 1871 van de Elzas door het Duitse Keizerrijk verhuist zijn familie naar Parijs om de Franse nationaliteit te behouden.

Dreyfus doorloopt de prestigieuze École polytechnique en de artillerieschool in Fontainebleau, hij wordt in 1878 als eerste Joodse officier toegelaten tot de generale staf van het Franse leger. Hij verbindt zich aan de artillerie.

Op 18 april 1891 trouwt Alfred met Lucie Hadamard, samen krijgen ze twee kinderen, Pierre en Jeanne.

De beschuldiging

In oktober 1894 wordt kapitein Dreyfus gearresteerd op verdenking van spionage voor Duitsland. De Franse Inlichtingendienst heeft ontdekt dat de Duitse ambassade in Parijs beschikt over geheime Franse informatie. De Duitse militaire attaché in Parijs heeft een briefje gekregen met geheime informatie over nieuw Frans wapenmateriaal. Dit document wordt bekend onder de naam ‘bordereau’.
De spion moet binnen het Franse leger gezocht worden. De verdenking valt al snel op kapitein Dreyfus, vermoedelijk omdat hij van Joodse afkomst is, in het Franse leger was het antisemitisme sterk aanwezig.

“Handschriftexperts” beweren dat het handschrift van Dreyfus overeenkomt met dat van het schrift op het document.

Na een geheim militair proces verklaart de krijgsraad hem schuldig en veroordeelt Dreyfus op 22 december voor hoogverraad, met een levenslange gevangenisstraf. Zelf blijft hij ontkennen schuldig te zijn. Het proces is gesloten voor het publiek en zelfs Dreyfus’ advocaat heeft geen toegang tot alle bewijsstukken. Later blijkt het dossier vervalste documenten te bevatten.

Degradatieceremonie

Op 5 januari 1895 vindt een publieke degradatieceremonie plaats op de binnenplaats van de École militaire in Parijs. Voor een menigte van 4.000 toeschouwers verliest Dreyfus zijn rang, worden zijn insignes, epauletten en zwaardknop afgerukt en zijn zwaard gebroken.

Dreyfus keert zich naar het leger en roept uit: Soldats, on dégrade un innocent ! Soldats, on déshonore un innocent ! Vive la France ! Vive l’armée ! 

“Ik ben onschuldig! Leve Frankrijk!” en het volk roept: “Dood aan de Joden!”.

Verbanning naar Duivelseiland

degradatie van Alfred Dreyfus op het plein van de École militaire

 Dreyfus is verbannen naar het Ile du Diable (Duivelseiland), een geïsoleerde en beruchte strafkolonie op een eiland voor de kust van Frans-Guyana. Hij leeft hier in volledige isolatie en mag zelfs niet met zijn bewakers spreken. Extreme omstandigheden, tropische hitte, ziektes en slechte voeding, doen een grote aanslag op Dreyfus’ gezondheid.

De werkelijke schuldige

In 1896 ontdekte luitenant-kolonel Georges Picquart, als nieuwe chef van de Franse militaire inlichtingendienst, dat het bewijsmateriaal tegen Dreyfus is vervalst en dat de werkelijke spion majoor Ferdinand Walsin Esterhazy is.

Hubert-Joseph Henry, een Franse officier heeft de documenten vervalste om Dreyfus’ schuld te “bewijzen”. Als zijn vervalsingen worden ontdekt, pleegt Henry zelfmoord.

Picquart geeft zijn bevindingen door aan zijn superieuren: Esterhazy, majoor van het Franse leger, is de Franse spion in dienst van het Duitse keizerrijk.

Hooggeplaatste generaals waarschuwen Picquart niet verder te gaan met zijn onderzoek. Zij willen voorkomen dat ‘de zaak Dreyfus’ heropend wordt en Picquart wordt het zwijgen opgelegd.
Picquart laat zich echter niet weerhouden en zet zijn onderzoek voort. Hierop ontheft de legertop hem van zijn post en hij wordt ‘overgeplaatst’ naar Tunesië. Later wordt Picquart ontslagen en gearresteerd voor het lekken van militaire geheimen.

Schijnproces

Er volgt een (schijn)proces van twee dagen, waarna een militaire rechtbank Esterhazy op 10 januari 1898 vrijspreekt. Officieren hebben documenten die Dreyfus’ schuld moeten bewijzen vervalst. In Parijs breken vervolgens antisemitische rellen uit.

Toch gelooft niet iedereen dat Alfred Dreyfus schuldig is. Zijn broer Mathieu Dreyfus begint een campagne voor zijn vrijlating. Een groeiend aantal Fransen vraagt om een herziening van het proces.

J'Accuse…! Het keerpunt

Drie dagen na de uitspraak schrijft Émile Zola de beroemde open brief “J’Accuse” in de krant L’Aurore. Het is een open brief aan Félix Faure, de president van de Republiek. Zola beschuldigt het leger en de regering openlijk van antisemitisme en gerechtelijke dwaling. Hij noemt namen van degenen die verantwoordelijk zijn voor het onrecht en wil met J’Accuse een nieuwe en openbare rechtszaak afdwingen.

De krant heeft die dag een record oplage van 300.000 exemplaren.

Zijn brief brengt een nationale schok teweeg en zorgt voor internationale aandacht en groeiende steun voor Dreyfus.

Groeiende steun voor Alfred Dreyfus

Émile Zola wordt door de minister van Oorlog aangeklaagd voor smaad. Dit was precies de opzet van Zola die hiermee publiciteit wil zoeken en dat lukt hem. Het is in een volle rechtszaal, met veel aanwezige pers, dat Zola veroordeeld wordt tot een jaar gevangenisstraf en een geldboete van 3000 francs, hij ontloopt zijn veroordeling door naar Londen te vluchten en keert pas terug naar Frankrijk als de zaak verjaard is.

De publicatie van J’Accuse is een keerpunt in de affaire Dreyfus. Steeds meer mensen raken overtuigd van zijn onschuld en er  ontstaat een groeiende beweging van steun voor Dreyfus, waardoor de druk op de regering om de zaak te heropenen, steeds meer toeneemt. Een van de mensen die openlijk haar steun voor Zola en Dreyfus uitspreekt, is de in die tijd beroemde Parijse actrice Sarah Bernardt.

Toch heeft J’Accuse grote invloed gehad op het verloop van het proces tegen Alfred Dreyfus en is nog steeds gekend in de Franse geschiedenis.

Open brief van Émile Zola in de L'Aurore
Het proces tegen Émile Zola

Les Dreyfusards en les Antidreyfusards

Het politieke en gerechtelijke schandaal dat volgt, verdeelt de Franse samenleving tussen degenen die Dreyfus steunen, ‘les Dreyfusards’ (pro-republikeins) en degenen die hem veroordelen, ‘les Antidreyfusards’. Deze laatste groep bestaat voornamelijk uit personen uit militaire kringen, monarchisten en katholieken.  Ook de Franse pers en de publieke opinie zijn overwegend anti-Dreyfus. Antisemitische kranten zoals La Libre Parole voeren campagne tegen hem. Alfred Dreyfus zit intussen nog steeds gevangen op het Duivelseiland.

Nieuw proces in Rennes (1899)

Na de ontdekking van vervalste documenten en de zelfmoord van luitenant-kolonel Henry, die had toegegeven documenten te hebben vervalst, besluit het Hof van Cassatie (het hoogste gerechtshof van Frankrijk) in juni 1899 om de zaak-Dreyfus te heropenen.

Voor de militaire rechtbank in Rennes begint op 7 augustus 1899 een nieuw proces. Dit onder massale belangstelling van voor – en tegenstanders en de inmiddels internationale pers.

Dreyfus wordt hiervoor van Duivelseiland teruggehaald naar Frankrijk. Zijn fysieke toestand was inmiddels sterk verslechterd door zijn verblijf op het eiland.

Opnieuw beschuldigd

Ondanks overweldigend bewijs van zijn onschuld en de schuld van Esterhazy, wordt Dreyfus op 9 september 1899 opnieuw schuldig bevonden, veroordeeld met 5 tegen 2 stemmen. De militaire rechters negeren opnieuw cruciaal bewijs van Dreyfus’ onschuld.

Zijn straf wordt verminderd tot tien jaar gevangenisstraf, die hij in Frankrijk mag uitzitten. Deze nieuwe veroordeling leidt tot grote woede bij de Dreyfusards.

De uitspraak wordt internationaal veroordeeld als een voortzetting van het onrecht en zou leiden tot diplomatieke spanningen en boycots van de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs.

Gratie? (september 1899)

Tien dagen na de veroordeling in Rennes verleent minister-president Pierre Waldeck-Rousseau op 19 september 1899 gratie aan Alfred Dreyfus. Dit deels als reactie op de internationale verontwaardiging over de uitspraak en een poging om deze affaire te sluiten voor de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs begint.

Vrijspraak, geen gratie (1899)

Dreyfus verlangt vrijspraak en geen gratie, hij verklaart:
“de regering van de Republiek geeft me mijn vrijheid terug. Ze betekent niets voor me zonder mijn eer.”

Zijn oudere broer Mathieu overtuigt hem ervan vanwege zijn slechte gezondheid, de gratie toch te accepteren. Voor veel Dreyfusards is gratie een compromis dat het werkelijke probleem niet oplost: Dreyfus is nog steeds officieel schuldig aan een misdaad die hij niet heeft begaan. Ze blijven strijden voor volledige rehabilitatie.

Anti-Dreyfusards

De Anti-Dreyfusards beschouwen de gratie als een politieke zet en bleven geloven in Dreyfus’ schuld. Veel nationalisten en antisemieten zagen gratie als een verraad aan het leger.

De Dreyfusards nemen hier geen genoegen mee

Na de geaccepteerde gratie trekt Dreyfus zich terug uit de publieke aandacht en wijdt zich aan het schrijven van zijn memoires en het verzamelen van bewijs voor zijn onschuld. Zijn broer en advocaten blijven campagne voeren voor volledige rehabilitatie.

Vrijspraak en volledige Rehabilitatie (1906)

Op 12 juli 1906, bijna twaalf jaar na zijn eerste arrestatie, volgt dan toch vrijspraak voor Alfred Dreyfus en wordt hij volledig gerehabiliteerd door het Hof van Cassatie. Het hof vernietigt unaniem het vonnis van Rennes zonder verwijzing naar een nieuw proces, wat betekent dat Dreyfus definitief onschuldig is verklaard en gezuiverd is van alle blaam.

De dag na de uitspraak wordt Dreyfus weer opgenomen in het Franse leger met de rang van majoor (een promotie ten opzichte van zijn vroegere rang van kapitein, maar niet de rang van luitenant-kolonel die hij zonder deze affaire zou hebben verkregen).

“Het Hof van Cassatie verklaart dat de veroordeling van Dreyfus door de krijgsraad van Rennes onrechtvaardig was; het vernietigt en annuleert deze en verklaart dat de beschuldiging tegen Dreyfus ongegrond was.”

Op 21 juli 1906 vindt een ceremonie plaats in de École militaire (op dezelfde binnenplaats waar hij twaalf jaar eerder werd gedegradeerd) waar Dreyfus officieel wordt gedecoreerd.

Gevolgen van de rehabilitatie van Alfred Dreyfus

  • Op eigen verzoek gaat Dreufus in 1907 met vervroegd pensioen;
  • Dreyfus ontvangt compensatie voor zijn jaren in gevangenschap;
  • Georges Picquart wordt bevorderd tot brigadegeneraal en later benoemd tot minister van Oorlog;
  • De affaire leidt tot de scheiding van kerk en staat in Frankrijk in 1905;
  • Het versterkt de republikeinse waarden in Frankrijk en verzwakte royalistische en klerikale invloeden;
  • Het draagt bij aan de groei van het zionisme, aangezien Theodor Herzl de zaak had gevolgd als correspondent in Parijs.

Alfred Dreyfus in de Eerste Wereldoorlog

Tijdens WO I is Dreyfus opnieuw in actieve dienst bij de artillerie en vecht aan het front. Hij beëindigt zijn dienst met de rang van luitenant-kolonel en het jaar daarop wordt hij officier in het ‘Légion d’honneur’.

Dreyfus wordt 'officier de la légion d'honneur', 11 september 1919

Verdachte dood van Émile Zola (1902)

Het is 29 september 1902 als Émile Zola in zijn woning in Parijs door koolmonoxidevergiftiging om het leven komt. Een dakdekker zou later bekennen dat hij de intentie had om Zola te doden, hiervoor heeft hij met een stuk hout de schoorsteen van het huis van de schrijver afgesloten. Met als motief dat Zola “die Joodse kapitein heeft verdedigd.”

Eerbetoon in het Panthéon (1908)

Op 4 juni 1908 worden de stoffelijke resten van Émile Zola, die in 1902 was overleden, overgebracht naar het Panthéon, de begraafplaats in Parijs voor Franse nationale helden.

Aanslag op Dreyfus

Alfred Dreyfus woont de ceremonie in Parijs bij. Tijdens de plechtigheid wordt hij neergeschoten door journalist Louis Grégori, een fervent anti-Dreyfusard, en raakt licht gewond. Ook Grégori heeft een antisemitisch motief. Grégori is later vrijgesproken door een jury, wat aantoonde dat de Franse samenleving nog steeds diep verdeeld was over de affaire.

een arrestatie tijdens het overbrengen van de as van Émile Zola, ws tijdens de aanslag op Dreyfus
Alfred Dreyfus op latere leeftijd

Het einde van Dreyfus' leven

Alfred Dreyfus leeft na zijn rehabilitatie een relatief rustig leven. Hij sterft op 12 juli 1935 op 75-jarige leeftijd in Parijs, zijn as wordt bijgezet op begraafplaats Montparnasse.

Postuum eerbetoon (1995)

In 1995, honderd jaar na zijn veroordeling, erkent het Franse leger officieel de onschuld van Dreyfus en plaatst een standbeeld van hem in de École militaire.

Postuum eerbetoon (2006)

Precies honderd jaar na de rehabilitatie van Dreyfus is er op woensdag 12 juli 2006 een ceremonie op diezelfde binnenplaats van de École Militaire waar Dreyfrus publiekelijk was gedegradeerd. President Jaques Chirac brengt een postuum eerbetoon aan Alfred Dreyfus.

President Jacques Chirac noemt het vonnis van destijds een doelbewuste poging om haat tegen de Joden aan te wakkeren.

Aan het begin van de ceremonie leest een student van de École Polytechnique, waar Alfred Dreyfus ooit was afgestudeerd, een fragment voor uit een brief die Dreyfus vanuit Duivelseiland had gestuurd.

Assemblée Nationale

Postuum bevorderd (2025)

Op maandag 2 juni 2025 heeft de Assemblée Nationale unaniem ingestemd met een wetsvoorstel dat Dreyfus postuum bevorderd tot ‘général de brigade’, brigadegeneraal.
Het is de rang zijn die Dreyfus in zijn militaire carrière bereikt zou hebben als dit grote onrecht niet was geschied. Het wetsvoorstel is ingediend door oud-premier Gabriël Attal en moet nog goedgekeurd worden door de Franse Senaat.

“Vandaag gaat het er niet om de Dreyfus-affaire te heropenen, noch juridisch noch historisch. De waarheid is bekend. Maar het gaat erom te erkennen dat het besluit van de afgevaardigden uit 1906 de situatie niet volledig heeft rechtgezet… En dit gebaar krijgt een bijzondere betekenis in een tijd waarin antisemitische daden een zorgwekkende toename kennen.”


Betekenis van de Affaire Dreyfus vandaag

De Dreyfus-affaire is een symbool geworden van gerechtelijk onrecht, antisemitisme en de kracht van burgerlijke moed. 

In een tijd van groeiend antisemitisme blijft de zaak actueel.
De recente postume bevordering is niet alleen een eerherstel voor Dreyfus, maar ook een duidelijk statement tegen discriminatie en haat.

huis in bourgogne

Huis huren?

Geïnteresseerd in een vakantiehuis in deze omgeving?